Niemandsland
vergeefs zoek ik naar woorden
voor wat onzegbaar is
het onbevattelijke laat zich kennen
door de kunst die aanraakt
wat diep in mij verborgen ligt;
ik hoor muziek van Bach
en kan niet duiden
waarom die mij ontroert;
ik weet alleen dat het zo is
meer is het niet
ik lees een broos gedicht
en voel de woorden
woelen in mijn ziel,
geluksgevoel welt op;
volledig mens te zijn,
al is ’t voor even
tussen ’t onbewuste
en het dagelijkse weten
ligt uitnodigend een niemandsland
je kunt het binnengaan
en je verwonderen:
dat wat onbevattelijk is
ligt aan je voeten en toch;
aanraakbaar is het niet;
het leven vult het leven zelf
dat is het wonder van niet-weten;
wat uit de diepte komt
zoekt landingsplekken in het nu.
Alfred van Hall